zaterdag 23 september 2017


CHEMISCHE BESTRIJDINGSMIDDELEN IN VOEDSEL



Krant van de Aarde, Oktober 2017. Rubriek: Opinie

Tekst: Jelmer Buijs; landbouwkundige consultant en Henk Tennekes, consultant toxicoloog


Als je als mens tegenwoordig wilt begrijpen wat er in de levensmiddelen zit, die je koopt, heb je daaraan bijna een dagtaak. De etiketten van  producten  in de winkels bevatten waslijsten van stoffen die je niet kent en de zaken die echt belangrijk zijn, staan er vaak niet op. Ook de boeren, verwerkers, en handelaren kennen vaak de exacte samenstelling van hun producten niet, omdat ze afhankelijk zijn van toeleveranciers en van de kwaliteit van de bodem, water en lucht waarmee ze geproduceerd werden. Denk maar aan het recente eieren schandaal met fipronil.

Je wilt meer weten

Consumenten die meer willen weten over de stoffen die in voedingsmiddelen aanwezig kunnen zijn, komen al gauw van een koude kermis thuis.  Als je mails stuurt naar levensmiddelenproducenten, kun je vier soorten antwoorden verwachten:

·         Je krijgt geen reactie

·         Ze hebben de stoffen waarnaar je vraagt nog nooit gemeten en/of nog nooit gehoord van de stoffen waarnaar je vraagt

·         Ze meten deze stoffen, maar hebben nog nooit iets gevonden. Vaak is het zo dat ze een heel lage meetnauwkeurigheid gebruiken, omdat dit voldoende is volgens de wet

·         Ze meten de stoffen wel, maar vinden het niet in hun belang de resultaten van de metingen te delen met consumenten
                                Gewasbespuiting in Zuidelijk Flevoland, september 2017 op gangbaar bedrijf gelegen niet ver van biologische bedrijven; Foto; Jelmer Buijs



Onlangs hebben wij gemaild (en gebeld) met een aantal bedrijven en organisaties. Wij vroegen;

1)      Een bekende Nederlandse coöperatie van melkveehouders naar de aanwezigheid van insecticide imidacloprid in melk.
Hun antwoord was: de norm voor melk is 0,1 milligram per liter en wij meten met een nauwkeurigheid van 0,01 milligram per liter. Er is bij deze meetnauwkeurigheid nog nooit iets gevonden.

2)      Een bekend biermerk uit Amsterdam over de aanwezigheid van onkruidbestrijdingsmiddelen (glyfosaat) in hun bier.

Hun antwoord was: Het is onmogelijk dat in ons bier glyfosaat zit, wegens harde afspraken met leveranciers. Men schreef ons echter verder dat in bier met citroensmaak wel bestrijdingsmiddelen kunnen zitten die van de citroenen afkomstig zijn. Hoeveel schreven ze ons niet

3)      Een suikerfabriek in  Dinteloord over de mogelijke aanwezigheid van insecticiden (imidacloprid) in suiker en suikerproducten
Hun Antwoord was simpel: Ze hadden dit nog niet eerder gemeten

4)      Een suikerfabriek  in Mannheim (Duitsland) over de mogelijke aanwezigheid van insecticiden (imidacloprid) in suiker en in bijenvoeder
Hun  antwoord was: Ontwijkend antwoord, namelijk dat ze aan alle Europese normen voldoen. Ze schrijven niet hoeveel van deze stof er in hun producten zit.

5)      Een grote fabrikant van wintervoeder voor bijenhouders USA naar de mogelijke aanwezigheid van insecticiden in bijenwintervoeder
Antwoord: niet gekregen

6)      Skal biocontrole (Skal biocontrole is de organisatie voor het toezicht op de biologische productie in Nederland) en NVWA (De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) en de handelaren in biologische levensmiddelen naar de gehalten van bestrijdingsmiddelen in biologische producten
Antwoord: Skal; Gemeten waarden van bestrijdingsmiddelen in biologische levensmiddelen zijn niet voor het publiek bestemd. Alleen overtredingen worden in de jaarverslagen genoemd. De resultaten van residumetingen worden wel doorgegeven aan de bedrijven die deze producten produceren.
Antwoord van NVWA; nog geen antwoord. NVWA antwoordt in de regel correct, maar wel traag.
Antwoord van de handel (via Bionext); de gemeten gehalten zijn niet voor consumenten bestemd

De coöperatie van melkveehouders (met zeer veel leden) antwoordde heel precies. De door hen aangehouden wettelijke norm is echter heel hoog; zo een maximale toegestane concentratie van deze stof in melk zou dodelijk zijn voor veel insecten, zoals bijen. Kan het zo zijn dat deze melk dan voor ons gezond is……?
Het NVWA heeft in 2016 gemeten dat in 37% van de geteste Nederlandse biermerken dit onkruidbestrijdingsmiddel (glyfosaat) zit met een gemiddeld gehalte van 6,5 microgram per liter, met als hoogste bij één biermerk van 19,1 microgram per liter.  De NVWA heeft tot nu toe geen uitsluitsel gegeven in welke biermerken dit middel wel is aangetroffen en in welke biermerken niet, omdat dit concurrentievervalsing tot gevolg zou kunnen hebben. Of het bekende Amsterdamse biermerk zelf glyfosaat heeft gemeten blijft in hun antwoord onduidelijk. Wellicht meten ze zodanig onnauwkeurig dat ze kunnen zeggen dat ze niks gevonden hebben.  De NVWA vindt deze gehalten volsterk veilig, ook als we deze stof tevens met andere levensmiddelen binnenkrijgen. Maar hoe zullen de normen er over 10 jaar uitzien?
Dat de Nederlandse suikerfabriek nog nooit naar het insecticide imidacloprid heeft gezocht in suiker kan waar zijn, hoewel dit middel al jaren wordt toegepast op vrijwel alle suikerbieten in Nederland (en in Europa). Men heeft ons gezegd dat men het nu wel gaat meten. Dan nog is het de vraag of men het met de juiste nauwkeurigheid gaat meten, anders heeft het geen zin. Het is zeer onwaarschijnlijk dat wij als consumenten (of als schrijvers van dit artikel) de resultaten van de metingen zullen gaan krijgen.
De Duitse suikerfabrikant geeft aan dat ze aan alle normen voldoen. De normen voor menselijke voeding zijn echter veel hoger dan  voor bijen verantwoord is (en mogelijk voor mensen ook). Dus is het wettelijk mogelijk dat ze bijenvoer produceren waarvan de bijen ziek worden.
Bedrijven die helemaal geen reactie geven, denken daarmee het risico van negatieve informatie te verkleinen. Dat versterkt het idee dat ze iets te verbergen hebben.
Skal biocontrole en de handelaren in biologische producten (via Bionext) gaven dus aan dat het niet de bedoeling is dat de gehalten van bestrijdingsmiddelen in biologische levensmiddelen bekend worden bij de consumenten.
Wat kun je er zelf aan doen
Door biologisch geproduceerde levensmiddelen te kopen kun je het risico voor je gezondheid beperken. Ook biologische bedrijven zijn onderhevig aan de verspreiding van bestrijdingsmiddelen, via aangekochte niet biologische mest,  oppervlaktewater,  regen, en  nog vele andere wegen. Het is van belang dat de normen voor gebruik van niet biologische meststoffen (door Skal biocontrole) worden aangescherpt. Als het goed is, zouden biologische producten een veel lager gehalte aan bestrijdingsmiddelen moeten hebben dan gangbare producten. Dat is echter moeilijk te controleren, want niemand wenst de meetgegevens van biologische levensmiddelen in Nederland te publiceren. Buitenlands onderzoek laat zien dat daar biologische producten gemiddeld 4 tot 5 maal minder resten van de meeste bestrijdingsmiddelen bevatten. Er is dus nog werk aan de winkel voor de biologische sector de Nederlandse metingen openbaar te maken en ervoor te zorgen dat het gehalte aan bestrijdingsmiddelen nog verder verlaagd wordt d.m.v. diverse maatregelen. Die maatregelen kunnen te maken hebben met het gebruik van mest uit de gangbare landbouw, van compost, maar ook met het gebruik van oppervlaktewater voor beregening en voor drinkwater voor het vee. Per 1 januari 2018 verbiedt de biologisch dynamische landbouw het gebruik van gangbare mest geheel. Ook tot die datum zijn de regels strenger dan bij de overige biologische bedrijven. Dat is een belangrijke stap in de goede richting!
Er zijn overigens ook nog vele toepassingen van bestrijdingsmiddelen in en om huis. Antivlooienbandjes voor poezen en honden zijn berucht omdat ze net als mierenlokdozen, antivlooienshampo’s, antivliegensprays en andere insectenbestrijders grote hoeveelheden insecticiden bevatten, zoals imidacloprid en fipronil (wel bekend inmiddels van de eieren). Indien bijen deze stoffen zouden binnenkrijgen zouden enkele bandjes voldoende zijn om alle bijen in Nederland via chronische vergiftiging te laten sterven. Er zijn prima alternatieven op basis van geraniol.

Poezen en honden antivlooienbandjes bevatten zeer grote hoeveelheden (meer dan 1 gram) van het zeer omstreden middel imidacloprid en/of andere stoffen. Er is een goede bestemming voor de bandjes: de gifbus van uw gemeente.


Wie kan je geloven?
Producenten hebben een veelheid van manieren waarop ze consumenten kunnen misleiden. In het algemeen klopt de bewering dat een product helemaal geen bestrijdingsmiddelen bevat niet. Met de juiste apparatuur kun je vrijwel elke stof in ieder voedsel vinden. Het is bovendien zo dat veel bestrijdingsmiddelen op de wereld zo veel gebruikt worden, dat ze vrijwel overal in de natuur terug te vinden zijn, ook in de Noordzee of in het poolijs. In bepaalde gevallen kan het zo zijn dat de verschillen tussen biologische producten en niet biologische producten klein of afwezig zijn;
-als de bestrijdingsmiddelen in producten afkomstig zijn van toepassingen uit het verdere verleden, bijv. DDT. Dit middel blijft zeker 100 jaar in de grond zitten en wordt voor een deel door planten opgenomen
-als ze niet in Nederland worden toegepast, maar met de wind en regen op onze akkers terecht komen vanuit het buitenland. Ze regenen overal neer, op biologische en op niet biologische bedrijven.
-als via aankoop van niet biologische meststoffen of via het kleine deel (5%) toegestane niet biologisch krachtvoer voor dieren in de biologische veehouderij toch insleep van bestrijdingsmiddelen plaatsvindt
-als producenten en/of verwerkers van biologische producten de regels niet naleven of als de regels niet deugen.
Waarom beweert wie wat over bestrijdingsmiddelen?
Alle delen van de landbouwsector die bestrijdingsmiddelen ontwikkelen, onderzoeken, verkopen en toepassen hebben er belang bij om u wijs te maken dat het geen kwaad kan en dat het zelfs noodzakelijk zou zijn om de wereldbevolking te voeden. De toegestane gehalten van bestrijdingsmiddelen (de normen) worden vastgesteld op basis van door de industrie aangeleverde gegevens van proeven met proefdieren. Daarnaast wordt onderzoek gedaan naar het effect van de stoffen op ons ecosysteem. Het kan niet anders zijn dan dat dit onderzoek zeer onvolledig is, omdat ons ecosysteem zeer complex is. De resultaten van de ecotoxicologische proeven geven voornamelijk uitsluitsel over de acute giftigheid en wel in afwezigheid van andere vervuiling. De werkelijkheid is dat we onszelf en de natuur gebruiken als proefkonijn om het effect van bestrijdingsmiddelen waar te nemen, als aanvulling op de testen die vooraf worden gedaan.
Kan onze economie draaien zonder bestrijdingsmiddelen?
Het is absolute onzin dat onze economie niet zou kunnen draaien zonder gebruik van bestrijdingsmiddelen. Biologische bedrijven hebben in de regel nauwelijks problemen met ziekten en plagen. Ze passen een veelheid van preventieve en biologische maatregelen toe. De opbrengst van gewassen wordt voornamelijk bepaald door de vakkundigheid van de teler, door de bodemvruchtbaarheid en door het weer. Het is precies andersom: onze economie kan niet blijven draaien met het gebruik van al die gifstoffen. Onze bodems worden op termijn onbruikbaar en het voedsel even zo zeer.
Wat is de werking van bestrijdingsmiddelen?
Bestrijdingsmiddelen kunnen allerlei essentiële levensprocessen van ongewenste planten (onkruiden), schimmels, bacteriën, insecten en allerhande micro-organismen zodanig verstoren dat ze sterven. De werking, verspreiding en mogelijke ophoping van bestrijdingsmiddelen in de natuur is echter onmogelijk te voorspellen. Bovendien hangt in de natuur alles met alles samen. Het wereldwijd gebruikte middel imidacloprid heeft een dodelijke werking op heel veel insecten en andere organismen en de werking neemt heel sterk toe met de verstreken tijd. Dit houdt verband met het neurotoxicologische werkingsmechanisme van deze stof, waarbij de blootstellingsduur het uiteindelijke effect versterkt(zie eerste publicatie in literatuurlijst). De chronische werking van 1 miljardste gram imidacloprid is voldoende om een bij binnen enkele dagen te laten sterven. Van het middel fipronil neemt de werking ook toe met de verstreken tijd, maar minder sterk dan bij imidacloprid.  Fipronil is carcinogeen in dierproeven, dus over 20 jaar weten we hierover meer, dankzij u en mij (…). Het is bekend dat carcinogene stoffen geen veilige ondergrens hebben wat betreft de concentratie in levensmiddelen.
Waarom zijn bestrijdingsmiddelen ten alle tijden te vermijden ?
Stoffen die nog nooit in de natuur zijn voorgekomen, horen niet thuis in de natuur en ook niet in ons lichaam, ook niet in heel kleine hoeveelheden. Iedereen die zegt dat dit geen kwaad kan, gaat voorbij aan de feiten.  We (ook de wetenschappers die anders beweren) hebben geen idee van wat we in de natuur aanrichten. Vaak blijkt dat pas na 20 jaar of meer als vogels, vlinders of andere dieren verdwenen zijn. Overigens dienen we ook voorzichtig om te gaan met natuurlijke bestrijdingsmiddelen. Nicotine is een voorbeeld van een natuurlijk middel, dat bepaald niet onschuldig is.
Hebben bestrijdingsmiddelen invloed op je gezondheid?
De gehalten van bestrijdingsmiddelen in het oceaanwater zijn zeer klein (in de orde van 1 gram per miljoen kubieke meter water) en toch is vastgesteld dat ze zich in gevaarlijke hoeveelheden kunnen ophopen in het vet van vogels en vissen die daar leven. Onderzoek in diverse landen heeft ook aangetoond dat zich in menselijk vetweefsel vaak grote hoeveelheden gifstoffen ophopen. Het eerder genoemde imidacloprid insecticide heeft in dierproeven laten zien dat het bij muizen obesitas en voorstadia van diabetes type 2 kan veroorzaken. Is het toeval dat deze ziekten nu zo aan het toenemen zijn?. De stof gaat ook interacties aan met het menselijke brein, en de risico’s die dat met zich meebrengt worden verzwegen. Er is nauwelijks een product in de supermarkt te vinden waar dit insecticide (in heel kleine hoeveelheden) niet inzit. In alle producten die niet-biologische soja, mais, suiker, eieren en zuivel bevatten moet het wel zitten, omdat het in de productieketen werd toegepast. Het wordt ook gebruikt in appelboomgaarden, op sinaasappels en  groenten, etc.
Wat is de invloed van de bestrijdingsmiddelen op de natuur in Nederland?
Er zijn de laatste jaren veel waarnemingen dat het aantal insecten in hoog tempo vermindert en dat veel vogels van het boerenland in hoog tempo verdwijnen. De laatste jaren zijn veel weidevogels in Nederland verdwenen als sneeuw voor de zon. Het is vrijwel zeker dat de bestrijdingsmiddelen daarbij een grote rol spelen. Er gebeurt echter nauwelijks onderzoek naar want we mogen niet aan het heilige huisje bestrijdingsmiddelen komen. Het onderzoek staat vooral ten dienste van de industrie en niet ten dienste van de samenleving. Concentraties van diverse bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater in Nederland overschrijden vaak de wettelijke normen, ondanks het feit dat die normen ook al veel te hoog zijn.
Zijn er in Nederland strenge controles?
Met tussenpozen worden er van voedselwaren monsters genomen die worden geanalyseerd op bestrijdingsmiddelen door de NVWA, door Skal biocontrole en door handelaren. Het kan in sommige gevallen echter jaren duren voordat overtredingen worden ontdekt. Om hun werk effectiever te maken, proberen deze organisaties zich te richten op risicoproducten. Verder zijn de NVWA en Skal biocontrole gebonden aan de wettelijke normen die in Nederland gelden. Deze normen zijn in veel gevallen zeer aanvechtbaar. Verder worden veel hulpstoffen die voor de biologische landbouw worden aangeboden niet door Skal biocontrole gecontroleerd, als ze op de lijst van toegestane stoffen staan. Het eieren schandaal heeft geleerd dat het blinde vertrouwen in ‘plantaardige’ middeltjes (in dit geval voor bloedluisbestrijding bij kippen) tot het verleden dient te behoren.
De uitweg uit deze onnodige problemen
In heel Europa zijn duizenden (biologische) boeren die aantonen dat je prima zonder al dit gif kunt werken. Als we met zijn allen dieselmotoren en kolencentrales kunnen uitbannen, kunnen we ook het gebruik van  bestrijdingsmiddelen op termijn uitbannen en zorgen dat ons nageslacht een zo gezond mogelijke toekomst tegemoet kan zien. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.

Jelmer Buijs; landbouwkundige consultant (jelmerbuijs@gmail.com)
Henk Tennekes, consultant toxicoloog (info@toxicology.nl)

Nuttige informatie:
1.       http://www.disasterinthemaking.com/about_the_author.html (boek van Henk Tennekes, 2010)
2.      https://www.waterkwaliteitsportaal.nl/Beheer/Rapportage/Bulkdata (metingen van chemische stoffen in oppervlaktewater in Nederland met meetpunten)
3.       http://www.ctgb.nl/ (college voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden)
4.      https://www.cbg-meb.nl/ (college ter beoordeling van geneesmiddelen)
5.      http://www.bestrijdingsmiddelenatlas.nl/