gepubliceerd in: tijdschrift Ekoland, oktober 2017
BIOLOGISCHE BEDRIJVEN KWETSBAAR VOOR BESTRIJDINGSMIDDELEN DIE LANG IN HET MILIEU BLIJVEN
‘Over de aanwezigheid van imidacloprid
en aanverwante stoffen in mest en bodem is vrijwel niets bekend.’
‘Het is twijfelachtig of er
gangbare mest is die aan die norm voor imidacloprid voldoet.’
Kop:
Milieueffecten neonicotinoïden
onderschat
Lead:
In het eerste artikel legden de auteurs uit
hoe chemische bestrijdingsmiddelen onbedoeld in biologische producten terecht
kunnen komen. Een actueel onderwerp gezien de recent fipronilaffaire waarbij ook
biologische eieren werden besmet.
Deel 2 gaat over de gevaren van neonicotinoïden. Wat kunnen biologische
boeren doen om deze zeer giftige middelen te weren?
Auteurs: Tekst Henk Tennekes en Jelmer Buijs
Platte tekst:
Sinds het begin van de jaren negentig worden neonicotinoïden
veelvuldig gebruikt in de landbouw. Deze groep middelen is extreem schadelijk
voor insecten, zoals bijen, maar ook voor tal van andere water en
bodemorganismen. Het zijn systemisch werkzame stoffen die door planten uit de
bodem worden opgenomen. Er hoeven van deze middelen maar weinig grammen per hectare te worden
toegepast. De gevaren zijn daarmee echter niet verdwenen, in tegendeel. Er zijn
sterke aanwijzingen dat het aantal insecten in West Europa afneemt, ook buiten
de landbouwgebieden, tot wel 80 procent in 25 jaar van 1989 tot 2014. De
effecten blijken veel dramatischer dan gedacht. Neonicotinoïden worden veel
ingezet om zaden te beschermen (bij suikerbieten, groenten en snijmais) en om
gewassen te beschermen (aardappelen, bloembollen, witlof, appels, peren enz.).
Veel mensen observeren dat er al jaren achter elkaar zich steeds minder
insecten te pletter vliegen op hun autovoorruit, en dat ze hun horren op de
ramen niet meer hoeven te gebruiken. De Europese Unie beraadt zich nu over de
verdere toelating van imidacloprid en andere neonicotinoïden, maar wat ze gaan
besluiten is nog niet bekend. Neonicotinoïden zitten ook in middeltjes voor
vliegenbestrijding in stallen en in huismiddeltjes tegen mieren, vliegen, etc.
Blootstelling aan minder dan een miljardste gram kan voor bijen al fataal zijn.
In principe is de hoeveelheid imidacloprid in één
busje vliegenbestrijder voor in de stal of in enkele poezenbandjes voldoende om
alle 2,5 miljard honingbijen die in Nederland worden gehouden te laten afsterven.
Imidacloprid is voor honingbijen en
veel andere insecten dus onvoorstelbaar giftig.
Het
gehalte aan imidacloprid in het Nederlandse oppervlaktewater blijkt in onderzoek
van de universiteiten Utrecht en Nijmegen samen te hangen met de achteruitgang
van insecten en vogels. Op veel plaatsen is sinds 1975 meer dan 90 procent van
de weidevogels verdwenen, ook in natuurgebieden. In sommige veenweidegebieden
worden na de leeuwerik en de grutto zelfs de scholekster, kievit en vele
soorten eenden zeldzaam. Uiteraard zijn er ook veel andere oorzaken voor de
achteruitgang van vogels, maar de sluipende vergiftiging van de bodem is de
minst herkenbare voor vogelliefhebbers.
Ook biologische
bedrijven staan op diverse manieren in contact met hun omgeving.. Over de
aanwezigheid van imidacloprid en aanverwante stoffen in mest en in de bodem van
landbouwbedrijven is vrijwel niets bekend.
Metingen
van bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater zijn voor iedereen
toegankelijk. De metingen van de waterschappen zijn na te lezen op de site van
het waterkwaliteitsportaal (zie illustratie en de literatuurlijst bij dit
artikel).
Gifstoffen
kunnen verschillende werkingsmechanismen
hebben op organismen. Bij stoffen die irreversibele interacties aangaan wordt
de biologische schade bepaald door de concentratie en de blootstellingsduur (de
regel van Haber) of kan deze zelfs door de tijd worden versterkt
(Druckrey-Küpfmüller vergelijking). Neonicotinoïden behoren tot deze laatste
categorie stoffen, waarbij door een lange blootstellingstijd schadelijke
werkingen kunnen worden veroorzaakt door uiterst geringe concentraties. De
toelatingsprocedures houden hier echter geen rekening mee, en onderschatten de
risico’s dus ernstig.
De toelatingsprocedures voor bestrijdingsmiddelen
lijken in het geval van neonicotinoïden te falen. Een gewasbeschermingsmiddel mag slechts worden
toegelaten als het voldoet aan bepaalde milieucriteria, zoals het
uitspoelingsrisico naar het grondwater, het risico voor waterorganismen en de
afbreekbaarheid. Imidacloprid is persistent in de bodem, heeft een hoog
uitspoelingsrisico en is zeer giftig voor waterorganismen, vooral na langdurige
blootstelling. Daarmee voldoet imidacloprid niet aan de drie in de Nederlandse
wetgeving opgenomen milieucriteria. Het Nederlandse College voor de Toelating
van Gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft desalniettemin 24
middelen toegelaten met imidacloprid als werkzame stof (zie http://www.ctbg.nl) en het College ter beoordeling van geneesmiddelen
(het CBG) zelfs 37 middelen. (zie https://www.cbg-meb.nl/). Uiteindelijk komen
ze allemaal in het milieu.
Hoe is de belasting op bedrijfsniveau te verminderen? Tegen sommige bronnen van de insleep van
bestrijdingsmiddelen kunnen we actief optreden. Houdt bij beregening rekening
met de oorsprong van het water. Grondwater is in de regel schoner dan oppervlaktewater.
Vermijd beregening met oppervlaktewater in sterk vervuilde gebieden zoals het
Westland, Flevoland en andere tuinbouw- en akkerbouwgebieden (zie
overzichtskaart).
Veel
gangbare veebedrijven gebruiken preparaten met bestrijdingsmiddelen voor
vliegenbestrijding in stallen, in mestkelders, als oorflappen voor vee en voor
emeltenbestrijding in grasland. Daar kunnen allerlei insecticiden, zoals
organofosforverbindingen maar ook imidacloprid en thiamethoxam inzitten. Ook
verbouwen gangbare bedrijven snijmais waarvan het zaad wordt behandeld. De
stoffen uit de zaadcoating van snijmais komen voor een belangrijk deel in de
mest van de dieren die de snijmais eten. Biologische bedrijven zouden er naar
moeten streven alleen mest aan te kopen van gangbare bedrijven die:
§ geen vliegenbestrijdingsmiddelen toepassen op hun
bedrijf;
§ geen mais of soja gebruiken
die gezaaid zijn met gecoat zaad met oa. neonicotinoïden;
§ geen oorflappen gebruiken met insecticiden;
§ geen emelten en engerlingen bestrijden in hun
grasland.
Hetzelfde
geldt uiteraard voor geneesmiddelen die veel gebruikt worden op gangbare
veebedrijven, zoals antibiotica, antiwormmiddelen enz. Onachtzaamheid kan er
voor zorgen dat je met de gangbare mest een slachting voor jaren aanricht onder
insecten en wormen in biologische grond, terwijl je (formeel) aan alle regels
voor biologische landbouw voldoet. Biologisch-dynamische bedrijven mogen
volgens de Demeter richtlijnen van 1 januari 2018 geen gebruik meer maken van
gangbare mest.
Conclusies
§ Opletten met aangekochte bedrijfsmiddelenBestrijdingsmiddelen
en hun omzettingsproducten kunnen overal opduiken.
§ Het
verdient aanbeveling om geen gangbare mest aan te kopen met gehalten
imidacloprid hoger dan 10 nanogram per kg. Dat zou in overeenstemming zijn met
de norm voor oppervlaktewater die het RIVM heeft aanbevolen in 2014.
§ Het
is twijfelachtig of er gangbare mest is die aan die norm voor imidacloprid
voldoet.
§ Ieder verbod van een bestrijdingsmiddel wordt weer
gevolgd door een nieuw bestrijdingsmiddel, alweer ‘praktisch zonder
bijwerkingen’. De heilloze wedloop gaat door tenzij het landbouwbeleid radicaal
wordt veranderd
§ Geen van de drie instanties die residuen meten in
biologische levensmiddelen (NVWA, Skal Biocontrole, en de handelsbedrijven)
wensen openheid van zaken te geven m.b.t. residugehalten in landbouwproducten. Dat
bemoeilijkt het nemen van maatregelen op bedrijfsniveau.
Auteurs infoblokje:
Henk Tennekes is consultant toxicoloog
(info@toxicology.nl)
Bronvermelding:
http://www.disasterinthemaking.com/about_the_author.html (boek van Henk Tennekes, 2010)
https://www.waterkwaliteitsportaal.nl/Beheer/Rapportage/Bulkdata (metingen van chemische stoffen in oppervlaktewater
in Nederland met meetpunten)
http://www.ctgb.nl/ (college voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden)
https://www.cbg-meb.nl/ (college ter beoordeling van geneesmiddelen)
http://www.wur.nl/nl/Dossiers/dossier/Imidacloprid.htm
Kaders:
Zelf
laten analyseren
Er zijn
diverse bedrijven die analysen aanbieden van bestrijdingsmiddelen. Je kunt er
pakketten van bestrijdingsmiddelen (en hun omzettingsproducten) laten meten. Een
pakket omvat in de regel 400-600 stoffen en kost een paar honderd euro.